Afbeelding

Dit artikel is geschreven door
Henk Cornelissen

Eilanders onder elkaar (189)

Eilanders onder elkaar

Het Bekende-Nederlanderschap is Pim nog niet naar het hoofd gestegen, in tegenstelling tot sommige andere bekende figuren. En paarden zijn niet cool.

Elisabeth,

Onze Pim is een bekende Nederlander geworden. In augustus wordt hij zes jaar en ik heb hier al eens verteld hoe hij bij ons in huis is gekomen, maar voor wie het niet weet: als piepklein katje is hij voortijdig uit het nest geraakt op een boerderij. Door toedoen van de honden op het erf kwam zijn broertje aan gooi- en smijtwerk te overlijden en sloeg zijn moeder op de vlucht. Simone werd gebeld door de boerenzoon en dan ineens heb je een sterk vermagerd en door vlooien aangevreten beestje in huis, dat met zorg en aandacht groot moet worden gebracht. Hij zag eruit als een garnaal met een waterhoofd.

Van Alexandra Bogerman, dierenarts op jouw eiland, heb ik geleerd dat jonge katjes onder zulke omstandigheden niet voldoende zijn opgevoed door de moederpoes, om als voorbeeldig huisdier carrière te kunnen maken. Pims moeder kreeg niet de tijd om hem de nodige manieren bij te brengen. Dus moet je erg op je hoede zijn als je op je sokken of blote voeten door het huis loopt, want anders grijpt hij je gegarandeerd bij de enkels. Fijn als je net een kop thee in je handen hebt. Ook vereist het aaien van Pim, waarvoor hij in principe wel open staat, een speciale techniek. Beheers je die niet, dan hangt hij meteen aan je onderarm.

Als je thuis aan het werk bent en Pim is binnen, dan vraagt hij op ondubbelzinnige wijze je aandacht. Hij gaat op het toetsenbord van je laptop zitten en grijpt je hand als je daarmee de muis bedient. Katten hebben nu eenmaal iets met muizen, ook als ze van plastic zijn. Ik maakte daar een paar foto’s van en die stuurde ik op aanraden van Carolina naar de Telegraaf, die voor gekke huisdieren in het zaterdagse katern Vrij een rubriekje heeft. De redacteur van dienst viste Pim uit zijn mailbox en zo stond hij ineens ‘nation wide’ in de krant.

Vooralsnog is de roem hem niet naar het hoofd gestegen. Dat kun je niet van iedereen zeggen. Neem Johan Derksen. Hij hield ooit bij onze voetbalclub een lezing, waarvan ik verslag deed. Een sympathieke man, die de clubleden vermaakte met smeuïge anekdotes. Inmiddels kun je zeggen dat hij de grenzen van betamelijkheid met regelmaat overschrijdt. Jammer, want hij weet veel en heeft een scherp analytisch vermogen. ‘Schijnheilig excuses maken voor de bühne’ wil hij niet. Dat weigert hij, mijns inziens ook voor de bühne. Veel mensen vinden het heerlijk en het mag van de baas, zo lang het maar kijkcijfers en dus reclame-inkomsten genereert. Het is kennelijk de tijdgeest, dat mensen zich groot willen maken door anderen te kleineren. Je kunt er zelfs verkiezingen mee winnen.

Groeten, Henk

Henk,

Het pad naar nationale beroemdheid is geplaveid met goede voornemens. Is dat niet het gezegde, of zoiets? Hopelijk blijft Pim je lekker gewoon, net als altijd, bij je enkels grijpen. Toen we mijn poes Hansje net in huis hadden, heeft ze meermaals in mijn broek gehangen om in mijn kuiten te bijten. Wat er mis is gegaan in haar jeugd weet ik niet precies, maar geaaid worden wilde ze niet, en ze is nog steeds een vrij schichtig beest. Ze wil inmiddels wél erg graag aangehaald worden en vindt het prettig als er mensen in de buurt zijn. Ze is dan ook al een dame van bijna tien. Het kan dus nog best veranderen op latere leeftijd.

Over groepsdruk gesproken - niet helemaal hetzelfde, maar hé, je moet toch ergens een bruggetje leggen: Lucas is inmiddels vijf en zijn kinderlijke onbevangenheid is langzaam aan het vervagen. Sinds Lucas kan praten heeft hij het al over paarden. Het was het tweede woord dat hij kon zeggen en in het afgelopen jaar heeft zich dat ontwikkeld tot een lichte obsessie. Andere dieren waren niet belangrijk of niet interessant. Voor de feestdagen kreeg Lucas dus een bak vol met paardenspeelgoed, en dat kan nu rechtstreeks de prullenbak in. Want: paarden zijn niet meer cool. Z’n schoolvriendjes vinden paarden niet leuk, dus vindt Lucas paarden ook niet leuk. Ik vroeg: “Nou ja Lucas, ben je dan een meeloper?” “Ja, mama”, was daarop zijn antwoord…

Ik vind het niet erg dat de paardenfase voorbij is, maar ik vind het wel jammer om te zien dat hij zich nu al bewust is van wat anderen van hem denken. Ik ben zelf best een beetje raar en doe graag alles net even anders. Op de middelbare school liep ik graag rond met twee verschillende schoenen en een broek vol met tekeningen. Gelukkig vonden mijn vrienden dat alleen maar grappig en kwamen ze voor mij op als iemand daar iets van zei. Hoe dat voor Lucas gaat zijn, vraag ik me wel eens af. De behoefte om erbij te horen is iets heel natuurlijks. In een roze trui naar school is voor hem een no-go, want dat is voor meisjes. En hoewel de kinders nog best klein zijn, kunnen ze al best wel hard oordelen over elkaar.

Ik denk overal natuurlijk weer veel te veel over na en uiteindelijk komt het vast goed. Lucas’ lievelingsdieren zijn nu roofdieren, dus we gaan nu vast meer leren over cheeta’s, leeuwen en tijgers. Daar kijk ik naar uit. Overigens is hij nog steeds laaiend enthousiast over Pippi Langkous, wat hij ook luid verkondigt aan zijn vrienden, die er geen idee van hebben waar hij het over heeft. Maar ze spelen alsnog leuk met hem mee, als hij wil doen alsof ze in Villa Kakelbont Pippi aan het zoeken zijn. Ik hoef me, denk ik, geen zorgen te maken over zijn eigenzinnigheden…

Groeten, Elisabeth